Met deze 10 tips wordt wildkamperen een topervaring

Niet overal gelden dezelfde regels voor wildkamperen. In Nederland mag je niet zomaar in de vrije natuur je tent opzetten. In de Alpenlanden mag je vaak wel bivakkeren, wat inhoudt dat je maximaal één nachtje blijft en de volgende dag vóór een bepaalde tijd al je spullen hebt ingepakt. In Scandinavië geldt het allemansrecht (right to roam). Daar mag je op veel plekken wel gewoon je tent opzetten. Ook in Schotland mag je wildkamperen, maar bijvoorbeeld in Amerika gelden per gebied weer andere richtlijnen. Doe vooraf goed onderzoek naar de regels van je bestemming.

Natuurlijk kun je zelf voldoende schoon water meenemen. De PET-fles kan je hierbij goed helpen. Ja, we schuwen het 0,5 literflesje als daily wegwerp-item, maar de grote 1,5 liter-variant is voor dit doel ideaal. Zo'n fles is praktisch onbreekbaar, flexibel en weegt haast niets. Vul 'm vooraf en je hebt altijd voldoende water bij je. Wat ook kan is het water verdelen over verschillende (lichtgewicht) drinkflessen.  

Heb je geen zin om zoveel gewicht aan water mee te dragen, pak het dan anders aan. Grote kans dat je, wanneer mogelijk, kiest voor een kampeerplek bij een waterbron zoals een beekje of een meer. Of als je geluk hebt, bij een ijskoude, heldere bergrivier die rechtstreeks uit de gletsjerbron langs jouw stekkie stroomt. In dat laatste geval is het water hoogstwaarschijnlijk goed te drinken, maar toch raden we aan om water uit een natuurlijke bron altijd te filteren. Er zijn allerlei soorten en maten waterfilters, dus de ideale variant voor jouw kampeertrip zit daar ongetwijfeld tussen.

Het is zover: je bent klaar met lopen voor vandaag, hebt goed om je heen gekeken en ja, je bent in een omgeving die je aanspreekt. Hier wil je de nacht wel doorbrengen! Een lieflijk paadje leidt naar een goede locatie om je kamp op te slaan. Je bent er, op jouw ideale wildkampeerplek! Helaas is de uitspraak 'te mooi om waar te zijn' nergens treffender dan in deze siutiatie. Ziet een wildkampeerspot in spé er perfect uit, reken er dan maar op dat je niet de enige bent die dit idyllische plekje waardeert en weet te vinden.

Neem als je een plekje hebt gevonden, dus vooral even rustig de tijd om het wat grondiger te inspecteren. Is het daadwerkelijk zo sereen, of lijkt dit maar zo? Sta je niet per ongeluk in de uitgestrekte tuin van een privé-woning, zonder dat je het in de gaten hebt? Kijk kritisch naar sporen van menselijke acitviteit: voetstappen, bandensporen, platgelopen stukken gras. Zo kun je inschatten hoeveel mensen hier doorgaans voorbij komen. En als je dan toch bezig bent, kijk ook even omlaag en omhoog. Sta je niet bovenop een delicate mos-soort of een perkje bedreigde bloemen? En fijn, een boom boven je ter beschutting, maar niet als 'ie rot is en er mogelijk een dikke stronk afbreekt in een nachtelijke storm.

We kunnen het niet vaak en duidelijk genoeg benadrukken: zet je tent op een vlakke ondergrond. Nog steeds zijn er veel newbie (of gewoon hardleerse) kampeerders die meer letten op of de ondergrond glad is of zo hoog mogelijk, maar niet op in welke richting ze liggen met hun hoofd. Gevolg: ze worden wakker met al het bloed naar hun hoofd gestroomd of naast hun slaapmatje op de koude grond omdat ze ongemerkt zijn gaan rollen.

Of, ook niet wat je wil: 's nachts steekt onverwacht het noodweer op en omdat je tent met de opening naar boven staat, stroomt al het water zo je tent in. Echt, het loont om even de tijd te nemen een goede plek te zoeken op een (qua hoogte!) gelijkmatige ondergrond.

Wie in de natuur slaapt maakt graag een kampvuurtje, of dat nu is voor de warmte en geborgenheid of puur praktisch om op te koken. Houtvuur is onlosmakelijk verbonden met het avontuurlijke kampeergevoel. Toch is het niet overal toegestaan. In geen enkel geval mag je zomaar zelf ergens een vuurtje aanleggen. Zelfs als je restsporen van een vuur aantreft, betekent dit niet automatisch dat dit op die plek echt mag.

Nu zijn er - ook in de outback - gelukkig heel veel plekken waar waar je een eigen houtvuur aan mag leggen, op een daarvoor aangewezen plek: in een vuurkorf, vuurschaal, vuurput, vuurring of gemetselde steenkring. Is er niet zo'n gelegenheid, dan kun je er dus vanuit gaan dat het niet mag. Ben je eenmaal (legaal) aan het stoken, gebruik dan alleen dood hout en houd je vuurtje klein en bewaakt. Kook je op een gasflesje, let er dan op dat je de aarde eronder niet verschroeit.

Je omgeving heeft je veel waardevols te vertellen over wat er om je heen gebeurt - of staat te gebeuren. Vliegen vogels laag over, komen er meer en meer muggen en vliegen in de buurt en valt de rook van je kampvuur recht omlaag? Dikke kans dat er regen aan zit te komen. Zo zijn er tal van slimme weetjes over de tekenen van de flora en founa waar jij je voordeel mee kunt doen. Leer de signalen kennen van moeder natuur en je kunt een hoop onconfortabale situaties gemakkelijker afwenden óf zo snel mogelijk het hoofd bieden!

Eén van de meest gemaakte fouten in de wilde natuur: je (af)was doen in een natuurlijke waterbron. Dit is een no-go, óók bij gebruik van biologisch afbreekbare zeep. Als je je pan in een meertje uitwast met ook maar het kleinste beetje zeep, kan die zeep zich nog tientallen meters in het water uitstrekken. In een wat wilder stromend riviertje kan het lijken alsof je hiermee geen schade aanricht omdat de stroming het spul meeneemt en er snel geen schuim meer te zien is, maar ook hier is het vervuiling. Niet doen dus.

Hoe dan wel te wassen? Simpel: neem een opvouwbare emmer of bad mee, die je met water vult en waarin je je was doet (zonder toevoeging van zeep). Daarna stort je het gebruikte water het binnenland in, op minstens 60 meter van je waterbron af.  

Iedereen heeft wel eens een vakantie gehad die uitliep op een totale deceptie, omdat er een clash ontstond met je reisgenoot (of geen clash, maar een ijzingwekkende ongezelligheid 😉...). Negen van de tien keer ontstaat zo'n situatie vanuit ongelijke - en vaak onuitgesproken - verwachtingen van de reis. Beide deelnemers kroppen hun teleurstellingen op terwijl ze ondertussen het idee hebben dat ze zich de hele tijd aan het inschikken zijn: de perfecte mix voor een broeierige cocktail aan onderhuidse spanningen. Om die reden is het slim om niet alleen te bedenken wanneer en waar je wil gaan wildkamperen, maar ook met wíe je dat gaat doen (en waarom).

Ziet je partner wildkamperen net zo zitten als jij en zijn jullie een soepel op elkaar ingespeeld superteam on the go, prijs jezelf dan gelukkig. Maar kies je een vagere kennis, vriendin, broer of collega uit om deze avontuurlijke trip mee aan te gaan, weet dan dat je straks wel totaal op elkaar aangewezen bent, ook als je daar even helemaal geen zin in hebt. Het kan geen kwaad om je even heel bewust af te vragen of jullie relatie een dergelijk stootje kan hebben. Bedenk je daarbij wel: niets is zeker, misschien gaat het wel verrassend goed. In het beste geval brengt deze reis - inclusief eventuele issues - jullie alleen maar dichter bij elkaar.

We gaan er even vanuit dat jij niet iemand bent die bierbekers of plastic folie achterlaat in de natuur of op een kampeerterrein. Maar misschien ben je al gemakkelijker met perzikpitten, klokhuizen of een bananenschil? Dan is het goed om te weten dat je ook biologisch afbreekbare resten moet opruimen. Een klokhuis slingert nog makkelijk acht weken rond voordat 'ie is vergaan, en een bananenschil kan er wel twee jaar over doen om helemaal uit elkaar te vallen. Ter vergelijking: bij een papieren zak gebeurt dat ongeveer in een maand - maar goed, ook die neem je dus mee.

En ja, ook jouw eigen lichamelijke 'restafval' hoort hierbij. Reken er niet op dat je in de wildernis een verzorgde sanitaire faciliteit aantreft. Graaf voor het doen van je behoeftes dus een cathole: een ongeveer 15 centimeter diep en net zo breed gat in de grond, liefst gelegen op zo'n 60 meter van een waterbron. Na gebruik en voor vertrek goed bedekken met stokken en bladeren, en you're good to go.

Een mooie om mee af te sluiten. Hoe lyrisch wij ook over zijn over wildkamperen, een realistische sidenote is wel op z'n plek: wildkamperen is niet altijd maar geweldig. Je zult tegenslagen krijgen bij het verblijven in een minuscuul tentje, waarbij je elke dag simpel en vaak hetzelfde eet en je 24 uur per dag met jezelf of elkaar zit opgescheept. Vaak zal een dag anders lopen dan je hoopte of van plan was: je moet verder doorlopen om een slaapplek te vinden dan je voeten je kunnen dragen, je hoopte op een zonnige dag en het regent nog steeds... Enfin, dat dus.

De beste methode om je te wapenen tegen op de loer liggende zwelg-malaise, is proberen om niet teveel verwachtingen te hebben. Je kunt niet precies plannen hoe je trip verloopt (dat was de hele charme in eerste instantie, weet je nog?) Zie er vooral de mooie kanten van: de geweldige plekken waar je zomaar op terechtkomt en die kleine geluksmomentjes die je ervaart bij die uitzichten die je de adem benemen. Dan kun je wel weer even door!

Wellicht ten overvloede, maar: fijne spullen maken je reis echt een stuk aangenamer. Voor een optimale wildkampeer-ervaring zijn vooral een goede tent, matje en slaapzak essentieel. Bedenk je wel dat je alles zelf gaat meedragen, overweeg dan ook lichtgewicht varianten van je kampeer-gear. Je bent dan vaak iets meer geld kwijt, maar zeker wanneer je van plan bent vaker met alleen een rugzak te gaan kamperen is dit de investering wel waard. Bij het pakken van je spullen geldt: elke kilo telt, maar probeer op maximaal rond de 15 kilo aan bagage uit te komen.

Niets dat jou nog tegenhoudt om (je eerste) wildkampeertrip te plannen. De wereld ligt aan je voeten! Zie je daar.  

Moet jouw eerste kampeertrip nog plaatsvinden? Bekijk de Bever-kampeerguide met alle ins en outs, voor een soepele start. Ontdek ook het volledig zelfvoorzienend kamperen en wat je daarvoor nodig hebt of ga terug naar het blog voor nog meer kampeer- en buiteninspiratie.