Jeffrey Witter, 23 jaar en fanatiek klimmer/ fotograaf, is atleet bij Hanwag en mocht de nieuwe Ferrata II GTX kletterschoen van Hanwag als een van de eersten testen. Wat zijn mooiste en avontuurlijkste beklimmingen waren, hoe hij Hanwag-atleet werd en wat voor hem de voordelen van de Ferrata II GTX schoen zijn? Wij vroegen het hem.
Hi Jeffrey! Om te beginnen: wie ben je? En hoe ben je in aanraking gekomen met de klimsport?
“Jeffrey Witter, 23 jaar en ben ik student aan de TU Delft, klimmer en fotograaf. Als klein mannetje liep ik al veel in de bergen met mijn ouders en zus. Elke zomervakantie waren we zo’n 6 weken aan het wandelen, daar is de liefde voor de bergen ontstaan.
Ik was 18 toen ik voor het eerst het station van Aguille du Midi bezocht. Vanaf de balustrade zagen we alpinisten over de Arête du Midi lopen. Toen dacht ik: dat wil ik ook! Vervolgens ben ik op zoek gegaan naar klimcursussen en heb mij na die zomervakantie ingeschreven voor de alpine basiscursus van Mountain Network. En nu, vijf jaar later, ben ik zelf bezig om kliminstructeur te worden.
In veel gebieden waar ik nu klim ben ik vroeger al geweest. In die tijd was een berghut vaak het hoogste punt, en nu is diezelfde berghut het startpunt voor vele beklimmingen.”
Waarom ben je zo graag in de bergen?
“Je voelt je nederig in de bergen, zeker als je aan het klimmen bent. Dat is op zichzelf al een mooi gevoel, maar wat het voor mij echt mooi maakt, zijn de mensen met wie ik klim. Volledige eerlijkheid is vereist als je gaat klimmen, je bent toch afhankelijk van elkaar. Vrienden van thuis die ik al vele jaren ken, ken ik lang niet zo goed als mijn klimmaten waarmee ik een paar weken per jaar op stap ga.
Het ‘intense problem solving’ van alpine klimmen is ook erg gaaf, dat is iets wat je pas echt gaat doen als je zonder gids op pad gaat. Je moet constant evalueren: hoe voel ik me, is dit tempo vol te houden, hoe ontwikkelen de wolken zich, liggen die stenen daar vast, loop ik nu over een gletsjerspleet, hebben we kans op vallend ijs of lawines? Dat zijn allemaal vragen waar je constant over nadenkt. Je moet beslissingen maken die ertoe doen en dat is mooi!
Dit klinkt alsof klimmen heel stressvol is, risico’s inschatten en dan nog eens de fysieke en mentale uitdaging van het klimmen zelf, maar eigenlijk is het heel rustgevend. Je richt je op de basis, het gaat uiteindelijk om overleven. Alle randzaken van het dagelijks leven doen er niet meer toe.”
Wat is de avontuurlijkste beklimming die je hebt gedaan?
“Mijn avontuurlijkste beklimming was niet de hoogste of meest technische, maar wel de eerste zonder gids. De beklimming van de Barre des Écrins en Dome des Neiges, twee vierduizenders die in het natuurpark de Écrins liggen. Een afgelegen berg, een druk schema en slecht weer zorgden voor een avontuur dat ik nooit zal vergeten:
We kwamen om 06:00 uur aan, na een lange rit vanuit Chamonix. Na het ontbijt begonnen we aan een ‘Multi pitch’, dat is een rotsbeklimming van meerdere touwlengtes. Vervolgens zijn we om 14:00 uur begonnen met de aanloop naar de hut, die 1500 meter hoger lag dan het dal waar wij ons in bevonden. We kwamen daar net op tijd voor het avondeten aan. De volgende ochtend zaten we om 04:00 uur alweer aan het ontbijt, om 05:00 uur stapten we volledig bepakt en aangelijnd de gletsjer op.
Door de sneeuwval hadden we weinig zicht. Soms kon ik Rob, die maar 15 meter voor me liep, niet eens meer zien. Door het slechte zicht zijn wij van het “pad” geraakt en moesten wij om en over de vele gletsjerspleten navigeren. Mijn klimmaatje zakte met een been door een sneeuwbrug, dat is een laag sneeuw die een gletsjerspleet bedekt. Doordat ik niet precies zag waar, gebeurde mij een aantal seconden later hetzelfde. Gelukkig zakte ik er maar met één been doorheen en kon ik mijzelf eruit wurmen.
Tijdens de traverse net onder de top werden we bekogeld met vallende stenen, hier moesten we letterlijk voor wegduiken. Eenmaal op de winderige top van de Dome des Neiges op 4015m, wilden we wel doorgaan naar de top van de Barre des Écrins op 4102 meter, maar door het slechte weer hebben we besloten terug te gaan. Vervolgens moesten we dus van 4015 meter afdalen naar het dal op 1500 meter. Diezelfde dag zijn we teruggereden naar Chamonix, om daar de volgende dag weer te gaan klimmen.”
Hoe bereid je je voor op een beklimming?
“Het voorbereiden van een beklimming is een continu proces. Als ik een foto op Instagram of een verhaal van een klimmer op facebook lees en ik denk “goh, dat is gaaf”. Dan struin ik vervolgens het internet af naar meer informatie over de route, wanneer je ‘m het beste kan klimmen en hoe moeilijk de beklimming is? Als ik eenmaal wat informatie heb gooi ik het in de groep. Binnen no time zijn we dan serieus aan het plannen.
Wat fysieke voorbereiding betreft: Ik doe geen funky yoga of andere specifieke trainingen. Ik ben van mening dat een goede basis fitheid samen met acclimatiseren vele malen effectiever is dan je rot rennen in Nederland. Ik hou van wielrennen, dus dat is dan ook waar mijn training uit bestaat.
Wat neem jij mee als je de bergen ingaat?
“Kleding is erg belangrijk. Met alpine klimmen denken mensen vaak aan kou, dikke donsjassen en mutsen. Maar als je in de zomer klimt heb je dit bijna nooit nodig. Vaak draag ik een basislaag en een technische fleece. In de zon kan het erg warm worden op een gletsjer. Een fleece ademt goed, waardoor je hem dus niet steeds aan en uit hoeft te trekken. Als back-up neem ik een isolerend jasje, de Patagonia Nano-Air, en een hardshell mee. Bij een goede weersvoorspelling neem ik mijn superlichte Berghaus Hyper 100 mee. Deze is volledig waterproof en weegt maar 100 gram. Omdat hij zo klein is haal ik hem nooit uit m’n tas en heb ik dus altijd een hardshell bij me.”
Rugzak
“Als rugzak gebruik ik de Alpine 45 van Berghaus, voor dagtochten is hij wat groot, maar liever te veel dan te weinig ruimte. Voor meerdaagse tochten en voor het ijsklimmen is hij perfect, dan heb je meer kleding en materialen bij je en hoef je niets aan je tas te hangen. Iets waar ik niet tegen kan is het gebungel van materiaal aan je tas, vandaar de iets grotere tas.”
Klimgear
“Verder heb je natuurlijk alle klimmaterialen. Eigenlijk te veel om allemaal op te noemen, maar hier is een korte opsomming: Schroefbiners, setjes, micro traction, prussik touw, slings, ijsboren, tibloc, pickel, stijgijzers, helm, extra handschoenen, gopro en een EHBO-set.
En het belangrijkste stukje gear: mijn camera. Zonder mijn camera ga ik niet op pad. Ik draag hem meestal aan de schouderband van mijn rugzak. Als ik zonder tas klim, draag ik hem aan mijn klimgordel. Op deze manier kan ik er altijd bij, en kan ik in lastige situaties toch een foto maken. Je kan de beste, duurste camera meenemen, maar als je die elke keer uit de tas moet halen om een foto te maken, kom je terug zonder foto’s.”
Schoenen
“Voor een trip naar de Alpen neem ik normaal twee paar schoenen mee: een ’approach schoen’ voor in de stad en de aanloop naar de hut, en een paar klimschoenen voor lange multi pitches. Als de klimroute niet te moeilijk is, neem ik mijn klimschoenen soms helemaal niet mee. Mijn favoriete approach schoen is de Hanwag Makra Low, deze schoen heeft een klimzone in de neus, is redelijk stijf voor een B-schoen en kan tegen een stootje. Een 5c-route kan ik prima klimmen met deze schoenen. Voor alles moeilijker dan dat gebruik ik de La Sportiva Miura.
Voor het zware werk in de bergen op heftiger terrein draag ik een paar C/D-schoenen. Voor de zomer gebruikte ik altijd de Hanwag Sirius GTX. Nu heb ik sinds een tijdje de nieuwe Ferrata II GTX en dit zal voor de komende zomer de schoen zijn die ik het meeste ga dragen.”
Ja, de nieuwe Ferrata II GTX schoen. Vertel, waarom is dit de perfecte schoen voor dit soort avonturen?
“Tijdens het geven van cursussen in de Ardennen klim ik alleen op de Ferrata’s. De schoen heeft een comfortabele zool en door zijn stijfheid kan ik er lange tijd mee op kleine randjes staan. Met D-schoenen heb ik mij nooit zo safe gevoeld op de rots, vooral omdat je niet zo goed kan voelen of je goed staat of niet. Bij deze schoenen is dat anders, het rubber is wat zachter waardoor je veel meer grip hebt. Door de flexzone kan je de enkels beter buigen, voor een preciezere voetplaatsing.
De flexzone is voor mij het grootste pluspunt van deze schoen, je rolt soepel af doordat je enkel niet volledig gefixeerd is. Hierdoor kan je er prima mee wandelen. Ook met stijgijzers is deze bewegingsvrijheid erg handig. Vaak moet je bij een ijzige traverse op stijgijzers je enkels flexen om zo veel mogelijk van de punten in het ijs te krijgen voor meer grip. De flexzone laat dat toe, zonder dat je de steun aan de enkels mist.
Tussen de cursussen door begeleid ik ook vaak groepen op de via ferrata van Pont-à-Lesse. Dit is waar de schoen zijn naam van heeft. Voor mijn alpine-beklimmingen is de schoen perfect, maar voor de via ferrata’s is de schoen om dezelfde redenen ideaal. Door de stijve zool met klimzone sta je comfortabel op stalen beugels en kleine randjes. De flexzone en rondlopende zool zorgt er dan weer voor dat de aanloop naar de via ferrata comfortabel is. De schoen rolt net zo makkelijk af als een B-schoen met alle voordelen van een C-schoen, dus je kunt er prima op wandelen.”
Heb je goede tips voor mensen die willen beginnen met klimmen?
“Jazeker, ik zou aanraden om te starten met 1 à 2 cursussen via bijvoorbeeld Mountain Network of de NKBV. Leg contacten met ervaren mensen en ga lekker op pad. Je leert meer van het zelf doen dan van achter een gids aan lopen. Het belangrijkste is wel dat je de reddingtechnieken kent en regelmatig oefent.
Een algemene tip waar ik zelf veel profijt van heb gehad is: loop langzaam, dat is vaak het ‘snelst’, hoe gek dat ook klinkt. Ik heb een touwleid-cursus gevolgd in Oostenrijk en hierbij moesten wij zelf een overtocht van de ene hut naar de andere leiden. Dit duurde uiteindelijke 11 uur. Je moet dan een tempo lopen waarop je de hele dag door kan stappen. Het liefst loop je een tempo waarmee je door je neus kan blijven ademen. Als dit lukt, zit je in de goede hartslagzone en kan je uren door zonder dat je pauze nodig hebt.
En nog een trainingstip: je kan natuurlijk investeren in ultralichte jasjes en tassen, maar het is veel goedkoper en efficiënter om zelf een paar kilo’s kwijt te raken. Een beetje sporten en letten op je voeding doet wonderen voor je conditie. Het verliezen van 5 kg heeft mij op hoogte meer geholpen dan een jaar lang conditietraining.”
Tenslotte, je bent atleet bij Hanwag. Hoe ben je dit geworden en wat houdt het in?
“Het begon met fotografie en veel geluk. Ik heb een keer op facebook een reactie achtergelaten op een bericht van Bever. Hierin was een afbeelding te zien van Christian Wittig, een Hanwag atleet/fotograaf. Hij droeg een gaaf Hanwag-shirt en ik vroeg of ze deze shirtjes ook verkochten. Toen heeft Bever contact opgenomen met Hanwag.
Hanwag heeft mij toen twee shirts en een paar mokken opgestuurd, ik helemaal blij natuurlijk. In die zomervakantie heb ik een aantal via ferrata’s ondernomen, en heb ik een paar foto’s van mijzelf met het shirt opgestuurd naar Hanwag, als bedankje. Dat was ook de zomer dat ik erachter kwam dat ik een alpine cursus wilde gaan doen. In mijn bedankmail vroeg ik of ik wat advies kon krijgen over D-schoenen. Een week later ontving ik een boek met de collectie om doorheen te bladeren. In een telefoongesprek wat daarop volgde vroeg Hanwag mij om de schoenen te testen. Dat heb ik toen gedaan. Aan het begin van dit jaar werd ik uitgenodigd om op het kantoor langs te komen, en sindsdien ben ik onderdeel van het Hanwag-team.
Wat dit betekent? Hanwag ondersteunt mij met de klimtrips en ik test schoenen. De feedback die ik verzamel over de schoenen gebruikt Hanwag weer bij het ontwikkelen van nieuwe schoenen. Verder help ik mee met de organisatie van evenementen, zoals de NKBV Bergsportdag. En de foto’s die ik neem worden dan weer gebruikt ter reclame. Zo hebben we er allebei iets aan 😊.”
Ga je deze zomer de bergen in? Lees dan even deze tips hoe je je trip zo duurzaam mogelijk kunt maken. Ook geven we je hier tips voor 5 bijzondere berghutten om in te overnachten. Of ga terug naar ons blog.