10 tips voor een ontspannen bergwandelvakantie

Brandende kuitspieren, frisse berglucht, adembenemende uitzichten en je bammetje eten op een rotsblok. Mountains are calling! Voor de allerlekkerste bergwandelingen houd je met een paar dingen rekening. Samen met de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging (NKBV) geven we je 10 tips voor een ontspannen bergwandelvakantie!

Bergwandelen is zwaar, zeker wanneer je flinke afstanden omhoog of omlaag aflegt. Zorg daarom dat je fit de bergen in gaat. Een goede conditie betekent dat je verder kunt lopen en dus met meer plezier.

Stem de tochten af op je eigen vaardigheden en conditie - en die van anderen. Geef je lichaam de tijd om aan de hoogte te wennen: start met een paar rustige inlooptochten zodat je voelt wat jij en je groepsgenoten aankunnen.

Thuis kun je je al oriënteren met gidsjes, kaarten en internet. Eenmaal ter plekke vul je die kennis aan met informatie van het lokale VVV- of gidsenbureau. Check vooraf of bepaalde routes, paden en hutten open zijn. Zorg dat je een alternatieve route kent, voor het geval de condities tegenvallen.

Ga niet alleen op pad en laat iemand op je eindbestemming weten wanneer je denkt aan te komen. Neem ook een goede topografische kaart (liefst 1:25.000) mee.

Sneeuw in de zomer en onweer in de middag: het weer in de bergen varieert nogal en kan razendsnel omslaan. Lees voor vertrek het weerbericht. Wees ook alert op veranderingen in het weer: leer ze interpreteren zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Start je bergwandeling vroeg, om te voorkomen dat je oververhit raakt of in een warmteonweer terechtkomt.

Goed ingelopen wandelschoenen zijn een must. De stevigheid en het profiel van de zolen geven grip op natte grashellingen, gladde rotsen en sneeuwvelden. Hoge schoenen beschermen je enkels en geven meer stabiliteit. Als je op gebaande paden blijft en zeker weet dat je geen sneeuw tegenkomt, zijn lage wandelschoenen ook prima.

Zorg dat je zelfs na een paar uur wandelen nog voldoende energie over hebt. Die heb je namelijk (ook) nog nodig om je evenwicht te bewaren zodat je geen lelijke struikel of val maakt. Steek steile sneeuwvelden alleen over als er een goed spoor ligt en als iedereen in de groep weet hoe je moet remmen, mocht er iemand uitglijden.

Pauzeer regelmatig en neem meer eten en drinken mee dan je denkt nodig te hebben. Door onvoorziene omstandigheden kan je tocht langer duren dan je geland had. Eet liever wat vaker kleine beetjes dan een flinke maaltijd in een keer. Wees voorzichting met drinken uit natuurlijke bronnen onderweg (vee graast nog tot op grote hoogte!), een waterfilter kan dan uitkomst bieden.

De top halen is mooi, maar niet tegen elke prijs. De tocht is geslaagd als iedereen een mooie dag heeft gehad! De capacititeiten van de zwakste persoon in de groep bepalen hoe ver en hoe snel je je verplaatst. Wandel je met jonge kinderen, neem dan de tijd. Bedenk onderweg zoekopdrachten om de tocht afwisselender te maken en stel een kleine beloning in het vooruitzicht.

Alpenweiden deel je meestal met schapen en koeien, ook al zie je die niet altijd. Laat hekken daarom achter zoals je ze aantrof. Geef kuddes met jonge dieren de ruimte en ga respectvol om met de waakhonden van kuddes.

Behandel de natuur zoals zij verdient: pluk geen bloemen of planten en neem al je afval mee - ja, ook je wc-papier. Zo kan ook iedereen na jou genieten van dat prachtige berglandschap!