Of je nu op pad bent in de Nederlandse natuur of struint door de bergen. Met een kaart en kompas vind je de weg een stuk makkelijker. Oriëntatieskills zijn dan ook een zekerheidje tijdens je buitenavonturen en in afgelegen gebieden zelfs onmisbaar. Goed nieuws: het is geen hocus pocus. Met een paar goede basics heb je de kunst van het kompas- en kaartlezen binnen no-time in de vingers.
Vroeger vertrouwden zeelui op de sterren en hun kompas om de koers te bepalen. En nog steeds zijn deze ‘oude’ technieken - kompaslezen doen we al sinds de twaalfde eeuw (!) - een gouden manier om je weg (terug) te vinden. Met deze Bever guide maken we je hier stap voor stap wegwijs in. 😉 Lees snel verder!
Voordat we in de werking van het kompas duiken, is het goed om de basics op een rijtje te zetten. Er zijn veel verschillende kompassen, maar ze hebben één overeenkomst: het naaldje dat altijd vastberaden naar het noorden wijst (om precies te zijn het magnetische noorden, maar daar komen we zo op terug). Samen met een paar andere vaste onderdelen is dit vaste prik. We lichten ze hieronder voor je uit:
Naast het plaatkompas zijn er spiegelkompassen. Dankzij de ingebouwde spiegel is het makkelijker om graden te schieten en te oriënteren. Welk kompas je ook hebt, stuk voor stuk zijn ze gevoelig voor metalen voorwerpen en elektronica. Dit tast het magnetische wijzertje aan waardoor 'ie niet meer nauwkeurig naar het noorden wijst. Houd hier rekening mee bij het gebruik van je kompas, voordat je letterlijk verder van huis bent. 😉
Zoals beloofd komen we er op terug: het magnetische noorden. Een kompas geeft deze altijd braaf aan. Dit kan soms best afwijken van het ‘echte’ noorden. Het verschil tussen beide wordt declinatie genoemd. En dit verschil kan effect hebben op het kaart- en kompaslezen, afhankelijk van waar je je ergens op de aardbol bevindt. Bij de noord- en zuidpool kan dit zelfs toenemen tot tientallen graden, terwijl in sommige landen haast geen afwijking bestaat tussen het geografische en magnetische noorden.
Daarnaast zit het magnetische noorden niet stil, ‘t verandert jaarlijks. De declinatie en verschuiving ervan staan op kaarten aangegeven. Vaak zijn kompassen uitgerust met een declinatiecorrectie. Dat bespaart een hoop rekenen. Winst!
Dat is niet het enige effect dat het magnetische veld van de aarde heeft. Los van de horizontale afwijking is er ook een verticale afwijking. Dit heet inclinatie en is niet overal gelijk. De sterkte van inclinatie is wereldwijd onderverdeeld in vijf zones. Hierdoor tikt op sommige plekken in de wereld het naaldje tegen de kompasdoos aan als je ’m in een andere zone gebruikt. Met als gevolg dat je geen goede meting kunt doen.
Daar hebben kompasmakers gelukkig iets op bedacht. Er zijn kompassen die geschikt zijn voor het noordelijk halfrond en kompassen die hun werk doen onder de evenaar. Doorgaans werken ze alleen naar behoren in de zone waar je ze op de kop tikt. Al zijn er uitzonderingen. Het MC-2 Spiegelplaatkompas van Suunto heeft maling aan de magnetische straling en is overal ter wereld te gebruiken.
Nu we de kompasbasis in kaart hebben gebracht, is het tijd voor de kaartbasics. Kaarten komen in allerlei soorten en maten. Een aantal handige punten bepaalt hierbij je keuze en gebruik. We lichten ze hieronder verder uit:
Meestal is het noorden op de bovenkant van de kaart te vinden. Dit staat ook op de kaart vermeld. Veel kaarten zijn verdeeld in vakken door horizontale en verticale lijnen: de noord-zuid as. De lijnen zijn allemaal voorzien van een getal. Gecombineerd vormen deze cijfers je coördinaten.
Er zijn uiteenlopende coördinatensystemen. In ons land gebruiken we over het algemeen het RD-stelsel (Rijksdriehoeksmeting) en in het buitenland het UTM-systeem. Beide coördinatensystemen werken hetzelfde. De vakken zijn bij beide 1 bij 1 km. Gebruik je een GPS? Vergeet dan niet het juiste stelsel in te stellen.
Deze essentials mogen niet ontbreken in je navigatie-kit:
Hier zat je natuurlijk op te wachten: de oriëntatietrucjes voor je buitenavonturen. 😉
Na alle theorie is het tijd om naar buiten te gaan! Stippel een koers uit, ga op zoek naar geocaches of dwaal rond. Je weet nu hoe je de weg terug vind! 😉
Ook tof als je in de natuur op pad bent: ga wild spotten. Leuk om te doen tijdens het lopen met kompas. Op zoek naar meer buiteninspiratie? Neem dan een kijkje op ons blog.