Een gaatje in je favoriete (merino)wollen trui of katoenen sweater heb je zo te pakken. Misschien denk je dat het repareren daarvan een hele kunst is, maar met deze handleiding, wat oefening en een beetje geduld is het heel goed te doen. En je hebt een appel nodig. Een appel? Jazeker!
Uitdagend
1 uur
3 stappen
€5,- tot €10,-
Voor het repareren van een gaatje of klein scheurtje in je kleding heb je natuurlijk naald en draad nodig. Kies voor draad dat qua kleur, materiaal en dikte zo dicht mogelijk in de buurt komt van het te repareren kledingstuk. Kies voor een naald waarvan het oog groot genoeg is om de gekozen draad erdoorheen te rijgen, maar niet groter dan nodig.
Beide vind je bij een fourniturenzaak. Mocht er bij jou in de buurt geen fourniturenwinkel zijn, ga dan naar de markt. Daar staat meestal wel een stoffen- en fourniturenkraam. De appel – het mag ook een ander hard rond voorwerp zijn zoals een hard gekookt ei – gebruik je om de stof licht omheen te spannen. Dat maakt de reparatie een stuk makkelijker.
Doe de draad door het oog van de naald maar leg er geen knoopje erin. Je laat het uiteinde van de draad gewoon hangen. Zorg ervoor dat de draad niet te lang is, dan is de kans op vervelende lusjes tijdens het rijgen kleiner. Keer het kledingstuk binnenstebuiten. Je repareert het gaatje namelijk vanuit de binnenkant van het kledingstuk, zodat de reparatie minder zichtbaar is aan de buitenkant. Span nu de stof over de appel. Losse draadjes kun je eventueel wegknippen, maar pas daarmee wel op en knip ze niet te kort, zeker niet bij gebreide kleding. Het gaatje kan daardoor groter worden of verder uitscheuren.
Om het garen aan de stof te fixeren, rijg je met de naald de draad een paar centimeters door de stof. Hierbij rijg je de draad ‘oppervlakkig’ door de stof, zonder dat je helemaal door de stof heen prikt. Op die manier zie je het reparatiegaren straks niet aan de buitenkant van je kledingstuk.
Zie je losse, open steekjes of lusjes (dat zal vooral het geval zijn bij breisels) ga daar dan met naald en draad doorheen en trek ze licht samen. In andere gevallen (bijvoorbeeld een katoenen sweater) kun je eventueel eerst een cirkel om de scheur rijgen voor extra reparatiezekerheid.
Maak nu een paar horizontale steekjes over het gat of de scheur heen. Prik je naald ver genoeg voorbij het gaatje en dus niet door ‘kapotte steekjes’. Prik ook hier weer ‘oppervlakkig’ en niet door de stof. Trek het garen niet te strak aan, want dan krijg je lelijke rimpels in de stof. De bedoeling is dat je het gaatje opvult en niet bij elkaar trekt. Ben je klaar met horizontale steken klaar, ga dan door met verticale steken en weef die door de horizontale steken heen. Hiermee ga je door totdat het hele gaatje opgevuld is.
Heb je een piepklein gaatje in je trui, dan is het niet nodig om de ‘weeftechniek’ toe te passen. Je kunt dan (ook weer vanaf de binnenkant van je kleidingstuk) het gaatje wel direct dichtnaaien door de beide stofzijdes aan elkaar te rijgen. In geval van een katoenen sweater of shirt kun je het gerepareerde stukje nog even strijken voor een nog mooier resultaat.
Trek je laatste steekje niet helemaal aan maar laat een klein klusje achter. Rijg daar dan je draad doorheen en trek het garen voorzichtig aan. Rijg het nog een paar centimeter ‘oppervlakkig’ door de stof en knip dan het uiteinde van de het garen af. Je kunt nu je begindraadje nog even door je reparatie heen borduren en daarmee vastzetten. Je stopwerk is klaar.
Oefening baart kunst: dat is zeker bij deze reparatie het geval. Maar dan heb je toch maar mooi zelf je sweater of trui gerepareerd. Deze weef-reparatietechniek leent zich overigens ook prima voor het stoppen van je outdoor sokken, warme muts of sjaal. Lekker blijven oefenen dus, want juist het repareren in plaats van het weggooien van je kleding, scheelt enorm in het gebruik van water, grondstoffen en energie. En dat is dan weer goed voor onze planeet!